Een onverzettelijke roeping
Roosje Vecht groeide begin jaren ‘80 van de 19e eeuw op in een Joods orthodox gezin, op de Beekstraat 38 hier in Elburg. Als oudste dochter in een gezin met zes kinderen zal ze ongetwijfeld geholpen hebben de huishouding draaiende te houden. Ze zal ongetwijfeld ook hebben geweten dat het Joods orthodoxe gezinsleven voor haar de voor de hand liggende keuze was. Maar Roosje werd 17 en voelde toen al dat ze verpleegkundige wilde worden. Dat voelde ze niet alleen, ze werd het ook. Dat ze later als Nederlandse en dus neutraal (en vrijwillig!) zou kunnen sterven aan het Belgische front van de Eerste Wereldoorlog was allicht een minder tastbaar vooruitzicht. En toch zou precies dat lot haar genadeloos opwachten.
Totaal onbewust van het gruwelijke dat ze tegemoet ging volgde Roosje Vecht rond 1900 haar verpleegkundige opleiding in het Israëlitisch Ziekenhuis in Rotterdam. Nadien werkt ze als vrije verpleegster in Amsterdam en Groningen. Maar zodra de Eerste Wereldoorlog (of de Grote Oorlog) uitbreekt pakt Roosje haar spullen om naar Antwerpen te vertrekken. Daar verzorgt ze -samen met haar collega’s- doorlopend 170 zwaargewonde soldaten, die met gifgas, waanzinnige trauma’s en amputaties te maken krijgen. Wanneer Roosje en haar collega’s hun eigen, nauwelijks gebruikte slaapplaatsen opgeven om meer soldaten te kunnen verzorgen komt de Vlaamse havenstad stevig in de vuurlinie te liggen. Roosje verkast naar Veurne, een oude stad tussen Brugge en Duinkerke.
Zorgen of sterven
Luisterend naar haar hele verhaal komen er zoveel gedachten op maar één vraag wijkt niet. Hoe kom je als vrijwillige zorgverlener terecht in zo’n helse en onleefbare oorlog? Wat bracht Roosje ertoe vanuit het vredige Nederland de bommen tegemoet te lopen? Wanneer Roosje ook in Veurne zwaar onder vuur komt te liggen slaat ze een advies in de wind. De bommen vallen op het plein maar Roosje gaat desalniettemin naar buiten om haar reistas te pakken. Een bezoekster in de zaal is ervan overtuigd dat ze haar broodnodige instrumenten moest pakken voor ze naar een nieuw hospitaal kon verplaatsen.
Eenmaal buiten wordt Roosje Vecht vrijwel direct in haar been getroffen door een Duitse granaatscherf. Haar been is er zeer ernstig aan toe en de Elburgse verpleegkundige gaat de ultieme tol voor haar tomeloze roeping betalen. Ze sterft niet veel later in het harnas dat weinig mensen waardiger kunnen dragen dan zij dat kan. Roosje sterft aan de gevolgen van haar bloedingen in hetzelfde hospitaal waar ze zoveel mannen in leven heeft gehouden.
Het onleefbare leefbaar maken
Een hoogleraar in de zorg zei ooit dat zorg is wat we doen om de wereld leefbaar te houden. Dat zou met dit verhaal in gedachten best kunnen kloppen. Roosje Vecht hield de wereld inderdaad veel leefbaarder. Daarvoor vertrok ze naar de plek die niet alleen de meest onleefbare plek op aarde was, maar ook de plek waar ze het meest kon betekenen. Roosje Vecht deed het als Joods orthodox meisje helemaal anders, maar altijd vanuit dezelfde, rotsvaste verpleegkundige roeping in zichzelf. Op zeker dat het onstuimige, blonde Elburgse peutertje dat me bij dit verhaal bracht dat nog wel eens zal horen. Dat ze maar door Rosa’s enorme toewijding en onverzettelijkheid geïnspireerd mag raken.
💬 Tip ons!
Heb jij een tip of opmerking?
Mail naar de redactie: redactie@loemedia.nl of bel 0525- 681899