Loemedia

Loemedia - Weet wat er speelt!

advertentie

Documenten


Hier vindt u alle openbare documenten van LOE Media

Aanwijzing Commissariaat voor de Media
Aanwijzingsbrief
Besluit Aanwijzing  Publieke Mediainstelling Elburg


Privacybeleid
Download hier ons privacybeleid

PBO Verslagen
Download hier het PBO verslag van 07092022
Download hier het PBO verslag van 24042023
Download hier het PBO verslag van 23102023
Download hier het PBO verslag van 18032024 

Jaarverslagen 2023

Financieel verslag 2023
Bestuursverslag 2023

ANBI
Donwload hier de ANBI gegevens van LOE media


Statuten stichting Lokale Omroep in de gemeente Elburg (30 augustus 2022)

NAAM

artikel 1

De stichting draagt de naam Stichting Lokale Omroep in de gemeente Elburg, bij afkorting aan te duiden als “LOEmedia”.

ZETEL

artikel 2

Zij heeft haar zetel in de gemeente Elburg

DOEL

artikel 3

De stichting heeft tot doel:

1. het verzorgen van media-aanbod bestemd voor de gemeente of gemeenten waarvoor zij door het Commissariaat voor de Media als publieke lokale media-instelling is aangewezen; hierna te noemen het verzorgingsgebied;

2. het op lokaal niveau uitvoeren van de publieke mediaopdracht door het verzorgen van media-aanbod dat gericht is op de bevrediging van maatschappelijke behoeften die in het verzorgingsgebied waarop de instelling zich richt leven, en het verrichten van alle activiteiten die nodig zijn om daarmee een publieke taak te vervullen;

3. zij gebruikt haar zendtijd geheel voor een (social) media-aanbod dat in het bijzonder betrekking heeft op het verzorgingsgebied;

4. zij tracht dit doel en al hetgeen daarmee in de ruimste zin verband houdt te verwezenlijken door het aanwenden van alle geoorloofde middelen, welke voor de verwezenlijking van haar doel bevorderlijk zijn;

BEGUNSTIGERS

artikel 4

1. Begunstigers zijn zij die zich bereid verklaard hebben de stichting financieel te steunen met een door het bestuur vast te stellen minimum bijdrage.

2. Het bestuur beslist omtrent de toelating van begunstigers.

3. De rechten en plichten van een begunstiger worden in het huishoudelijk reglement nader vastgelegd.

GELDMIDDELEN

artikel 5

1. De geldmiddelen van de stichting bestaan uit de bijdragen van de begunstigers, uit de eventuele uitgifte van een programmablad, uit eventuele verkrijgingen ingevolge erfstellingen, legaten en schenkingen en tenslotte uit eventuele andere verkrijgingen en baten.

2. De stichting is niet dienstbaar aan het maken van winst door derden.

BESTUUR

artikel 6

1. Het bestuur van de stichting bestaat uit tenminste drie leden en ten hoogste zeven leden.

2. Het aantal leden wordt met inachtneming van het in het eerste lid bepaalde door het bestuur met algemene stemmen vastgesteld.

3. De voorzitter, de secretaris en de penningmeester worden door het bestuur uit hun midden in functie benoemd. De taken en functies van de bestuursleden worden bij huishoudelijk reglement geregeld.

4. De bestuursleden worden benoemd voor een periode van drie jaar, waarbij het bestuur een rooster van aftreden opstelt.

5. Aftredende bestuursleden zijn terstond herkiesbaar; een tussentijds benoemd bestuurslid neemt op het rooster de plaats in van zijn voorganger.

6. Bij het ontstaan van een of meer vacature(s) in het bestuur, zullen de overblijvende bestuursleden (of zal het enig overblijvende bestuurslid) met algemene stemmen zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 2 maanden, na het ontstaan van de vacature(s) daarin voorzien door de benoeming van een (of meer) opvolger(s).

7. Mocht(en) in het bestuur om welke reden dan ook een of meer leden ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuursleden, of vormt het enige overblijvende bestuurslid, een wettig bestuur.

8. De leden van het bestuur genieten geen beloning voor hun werkzaamheden; zij hebben recht op vergoeding van de door hen gemaakte kosten.

9. Niet tot bestuurslid benoembaar zijn personen die in dienst zijn van of betaalde werkzaamheden verrichten voor de stichting.

EINDE BESTUURSLIDMAATSCHAP

artikel 7

1. Het bestuurslidmaatschap eindigt:

a. door overlijden;

b. door bedanken;

c. bij onder curatelestelling of het instellen van een meerderjarigenbewind over het vermogen van een bestuurslid.

d. bij ontslag op grond van artikel 298 boek 2 BW.

2. De bestuursleden worden benoemd voor een periode van 3 jaar, waarbij het bestuur een rooster van aftreden opstelt.

3. Aftredende bestuursleden zijn terstond herkiesbaar; een tussentijds benoemd bestuurslid neemt op het rooster de plaats in van zijn voorganger.

BESTUURSVERGADERINGEN EN BESLUITVORMING IN HET BESTUUR

artikel 8

1. De bestuursvergaderingen worden gehouden binnen het verzorgingsgebied of, indien alle bestuursleden daarmee instemmen, elders.

2. Vergaderingen worden gehouden volgens een jaarlijks vast te stellen vergaderrooster met dien verstande dat elk kalenderkwartaal tenminste een vergadering wordt gehouden.

3. Vergaderingen zullen voorts telkenmale worden gehouden, wanneer de voorzitter dit wenselijk acht of wanneer een van de andere bestuursleden de voorzitter daartoe schriftelijk verzoekt onder nauwkeurige opgave van de te behandelen punten. Indien de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg geeft in dier voege, dat de vergadering wordt gehouden binnen drie weken na het verzoek, kan de verzoeker, met in achtneming van de vereiste formaliteiten, zelf een vergadering bijeen roepen.

4. De oproeping tot de vergadering geschiedt - behoudens het in het derde lid van dit artikel bepaalde - door de voorzitter, tenminste zeven dagen tevoren, de dag van oproeping en die van vergadering niet meegerekend, door middel van brieven en/of e-mailberichten dan wel op de wijze als in het huishoudelijk regelement voorzien; in geval van spoedeisendheid kan oproeping ook telefonisch plaatsvinden.

5. De oproepingsbescheiden vermelden, behalve plaats en tijdstip der vergadering, de te behandelen onderwerpen.

6. Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook indien de in de statuten opgenomen voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht zijn genomen.

7. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur; bij diens afwezigheid wijst de vergadering zelf haar voorzitter aan.

8. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de secretaris of door een van de andere aanwezigen, door de voorzitter daartoe verzocht; de notulen worden vastgesteld en goedgekeurd in de volgende vergadering.

9. Het bestuur kan ter vergadering alleen dan geldige besluiten nemen indien de meerderheid van de in functie zijnde leden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. Een bestuurslid kan zich ter vergadering door een medebestuurslid laten vertegenwoordigen onder overlegging van een, door de voorzitter van de vergadering als voldoende beoordeelde, schriftelijke volmacht. Een bestuurslid kan daarbij slechts voor één medebestuurslid als gevolmachtigde optreden.

10. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld telefonisch en/of per e-mailbericht dan wel op de wijze als in het huishoudelijk reglement voorzien, hun mening te geven. Van een aldus genomen besluit wordt zoveel als mogelijk onder bijvoeging van de ingekomen reacties door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na medeondertekening door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd.

11. Ieder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Voor zover deze statuten geen gekwalificeerde meerderheid voorschrijven worden alle bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen.

12. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat strijdig is met het belang van de stichting en de eventueel met haar verbonden organisatie(s). Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit zou kunnen worden genomen, wordt het besluit desalniettemin genomen door het bestuur onder schriftelijke vastlegging van de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen.

13. Indien de stemmen staken bij een stemming, niet een benoeming betreffende, wordt het nemen van een besluit tot een volgende vergadering uitgesteld, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. Indien bij herstemming de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

14. Wordt bij stemming over personen, een benoeming betreffende, de vereiste meerderheid niet verkregen, dan vindt op een door de voorzitter te bepalen tijdstip herstemming plaats tussen de personen die de meeste stemmen op zich verenigd hebben. Indien bij deze stemming de stemmen opnieuw staken, dan beslist de voorzitter.

15. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter of een van de andere bestuursleden een schriftelijke stemming gewenst acht en dit vóór de stemming kenbaar maakt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.

16. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.

17. In alle geschillen omtrent stemmingen, niet bij de statuten voorzien, beslist de voorzitter.

BESTUURSTAAK – VERTEGENWOORDIGING – ONTSTENTENIS OF BELET

artikel 9

1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. Bij de vervulling van hun taak richten de bestuurders zich uitsluitend naar het belang van de stichting en de eventuele met haar verbonden organisatie(s).

2. Het bestuur is bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot koop, vervreemding of bezwaring van registergoederen.

3. Het bestuur is niet bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt, met uitzondering indien zulks geschiedt in het kader van het sluiten van een aansluitingsovereenkomst.

4. De in het vorige lid bedoelde aansluitingsovereenkomst is een overeenkomst die de stichting sluit met een rechtspersoon die als doel heeft ten behoeve van twee of meer lokale publieke media-instellingen het verzorgen van media-aanbod dat gericht is op de bevrediging van maatschappelijke behoeften die leven in de gemeenten waarop deze instellingen zich richten en het ten behoeve van hen geheel of gedeeltelijk verrichten van de activiteiten die nodig zijn om daarmee hun publieke taak te vervullen.

5. De stichting wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd:

a. hetzij door het bestuur;

b. hetzij door de voorzitter tezamen met de secretaris;

c. hetzij door de voorzitter tezamen met de penningmeester;

d. hetzij bij hun belet of ontstentenis hun daartoe door het bestuur uit zijn midden aangewezen plaatsvervanger.

artikel 10

1. In geval van ontstentenis of belet van een bestuurder zijn de andere bestuurders of is de andere bestuurder tijdelijk met het bestuur van de stichting belast.

2. In geval van ontstentenis of belet van alle bestuurders of van de enige bestuurder is de persoon die daartoe door de rechtbank, op verzoek van iedere belanghebbende wordt benoemd, tijdelijk met het bestuur van de stichting belast.

3. In geval van ontstentenis van alle bestuurders of van de enige bestuurder neemt de in het vorige lid bedoelde persoon zo spoedig mogelijk de nodige maatregelen teneinde een definitieve voorziening te doen treffen.

4. Onder belet wordt ten deze verstaan:

a. schorsing;

b. ziekte, zonder dat gedurende een termijn van vijf (5) dagen de mogelijkheid van contact tussen de bestuurder en de stichting heeft bestaan;

c. onbereikbaarheid; zonder dat gedurende een termijn van vijf (5) dagen de mogelijkheid van contact tussen de bestuurder en de stichting heeft bestaan;

d. een tegenstrijdig belang als bedoeld in artikel 8 lid 12;

PROGRAMMABELEIDBEPALEND ORGAAN

artikel 11

1. De stichting kent een programmabeleid bepalend orgaan, hierna te noemen het PBO. Deze heeft tot taak:

a. het bepalen van het beleid voor het media-aanbod;

b. toetsing van de in het programmabeleid verwoorde uitgangspunten;

c. het geven van adviezen, gevraagd en ongevraagd, aan het bestuur;

d. het opstellen van een jaarlijkse rapportage aangaande het gevoerde en gerealiseerde programmabeleid.

2. Het aantal leden, met een minimum van vijf, wordt door het PBO, met in achtneming van het derde lid van dit artikel, vastgesteld.

3. Het PBO dient zodanig te zijn samengesteld dat het representatief is voor de in het verzorgingsgebied voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen.

4. Bij huishoudelijk reglement dan wel afzonderlijk reglement worden nadere regels gegeven aangaande de samenstelling van het PBO.

5. Het PBO wijst uit haar midden een voorzitter en secretaris aan of bij ontstentenis van een hunner een plaatsvervanger.

6. De vergaderingen van het PBO worden bijgewoond door een vertegenwoordiger van het bestuur. Deze heeft een adviserende stem.

7. De leden van het PBO worden door het PBO benoemd uit een of meer voordrachten, behoudens het bepaalde in het achtste lid van dit artikel. Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd het bestuur, de leden van het PBO dan wel bij huishoudelijk reglement aan te wijzen organisaties of groepen van organisaties.

8. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van het PBO, genomen in een vergadering waarin tenminste twee/derde van de leden van het PBO tegenwoordig is.

9. Is geen voordracht opgemaakt, of besluit het PBO overeenkomstig het voorgaande lid de opgemaakte voordrachten het bindend karakter te ontnemen, dan is het PBO vrij in de keus.

10. Indien er meer dan een bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.

11. Voordrachten en benoemingen geschieden onverminderd het bepaalde in lid 3.

12. Bij het ontstaan van een (of meer) vacature(s) in het PBO zullen de overblijvende leden (of zal het enig overblijvende lid) binnen vier maanden na het ontstaan van de vacature(s) daarin voorzien door de benoeming van een (of meer) opvolgers(s), met inachtneming van het minimumaantal van vijf leden.

13. Mocht(en) in het PBO om welke reden dan ook een of meer leden ontbreken, dan vormen de overblijvende, ten minste vijf, leden, een wettig PBO.

EINDE LIDMAATSCHAP PROGRAMMABELEIDBEPALEND ORGAAN

artikel 12

1. Het lidmaatschap van het PBO eindigt:

a. indien het lid van het PBO heeft opgehouden vertegenwoordiger te zijn van een stroming;

b. door bedanken;

c. Door overlijden.

2. Elk lid van het PBO treedt uiterlijk vijf jaar na zijn benoeming af, volgens een door het PBO te maken rooster van aftreding.

3. De aftredende is terstond herbenoembaar voor ten hoogste éénmaal de maximale benoemingstermijn.

REDACTIE - HOOFDREDACTEUR

artikel 13

1. Het bestuur kan een redactie benoemen, bestaande uit een door het bestuur te bepalen aantal medewerkers onder wie een hoofdredacteur, belast met de leiding van de redactie. De redactie dient te functioneren op grond van een redactiestatuut, waarin de journalistieke onafhankelijkheid van de redactie is vastgelegd en waarin de taakomschrijving van de redactie en de nadere regels ter zake van de verhouding tussen hoofdredacteur, redactie en andere organen van de stichting zijn opgenomen.

2. Het redactiestatuut moet worden goedgekeurd door het PBO.

3. De hoofdredacteur wordt door het bestuur, na overleg met het PBO, aangesteld.

4. De hoofdredacteur kan uitsluitend met instemming van het PBO door het bestuur worden ontslagen; zodanig besluit dient tevoren eveneens aan overleg met de redactie te worden onderworpen, indien het ontslag op journalistieke gronden wordt verleend.

5. Het bestuur kan de hoofdredacteur in de uitoefening van zijn functie voor onbepaalde tijd schorsen; de schorsing vervalt indien niet binnen een maand na het schorsingsbesluit het in het derde lid van dit artikel bedoelde overleg een aanvang heeft genomen.

6. De overige leden van de redactie worden op voorstel van de hoofdredacteur benoemd door het bestuur. Ontslag wordt hun verleend door het bestuur na overleg met de hoofdredacteur. Wil het ontslag op journalistieke gronden verleend kunnen worden, dan behoeft het de voorafgaande instemming van de hoofdredacteur en de redactie.

7. Voor de inhoud van het media-aanbod en voor alle werkzaamheden is de hoofdredacteur verantwoording verschuldigd jegens het bestuur.

COMMISSIES EN WERKGROEPEN

artikel 14

1. Het bestuur kan commissies en werkgroepen instellen.

2. Bij huishoudelijk reglement worden taak en werkwijze van commissies en werkgroepen vastgelegd.

JAARVERSLAG - RAPPORTAGE PROGRAMMABELEIDBEPALEND ORGAAN - REKENING EN VERANTWOORDING

artikel 15

1. Het stichtingsjaar is tevens boekjaar en loopt van één januari tot en met eenendertig december van hetzelfde jaar.

2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting zodanig aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.

3. Per einde van elk boekjaar worden de boeken der stichting afgesloten.

4. Het bestuur stelt binnen zes maanden na afloop van het stichtingsjaar zijn jaarverslag op en de penningmeester doet, onder overlegging van een balans en een staat van baten en lasten, rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur. De jaarrekening wordt opgesteld conform de eisen die het Commissariaat voor de Media stelt en die zijn opgenomen in het Handboek Financiële Verantwoording Publieke Lokale Media-instellingen.

5. Het PBO stelt binnen zes maanden na afloop van het stichtingsjaar de jaarlijkse rapportage aangaande het gevoerde en gerealiseerde programmabeleid vast, zoals bedoeld in artikel 11, eerste lid onder d, van deze statuten.

6. Het bestuur stelt de jaarstukken vast.

7. Na vaststelling kan door een ieder kennis worden genomen van het jaarverslag, de rapportage van het PBO en de jaarrekening. Deze stukken worden gepubliceerd op de website van de stichting binnen de in lid 4 genoemde termijn.

8. Het bestuur is verplicht de bescheiden bedoeld in lid 4 en 5 gedurende de door de wet gestelde termijn op e krachtens de wet toegestane wijze te bewaren.

STATUTENWIJZIGING

artikel 16

1. In de statuten van de stichting kan geen wijziging worden aangebracht dan door een besluit van het bestuur, genomen in een vergadering waartoe is opgeroepen met de mededeling dat bij die gelegenheid een wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.

2. Het besluit tot wijziging van de statuten moet worden genomen met algemene stemmen in een vergadering waarin alle bestuursleden aanwezig zijn, zonder dat in het bestuur enige vacature bestaat.

3. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd.

4. De leden van het bestuur zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging, alsmede de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het Openbaar Stichtingenregister, gehouden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken, binnen het gebied alwaar de stichting haar zetel heeft.

ONTBINDING EN VEREFFENING

artikel 17

1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in het tweede lid van artikel 16 van toepassing.

2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is.

3. De vereffening geschiedt door het bestuur.

4. De vereffenaars dragen er zorg voor dan van de ontbinding van de stichting inschrijving geschiedt in het register bedoeld in het vierde lid van artikel 16.

5. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel als mogelijk van kracht.

6. Een eventueel batig liquidatiesaldo wordt besteed ten behoeve van een algemeen nut beogende instelling met een soortgelijke doelstelling.

7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende 30 jaar berusten onder de jongste vereffenaar.

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

artikel 18

1. Het bestuur stelt een huishoudelijk reglement vast waarin die onderwerpen worden geregeld, welke niet in deze statuten zijn vervat.

2. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet of deze statuten.

3. Het bestuur is te allen tijde bevoegd het huishoudelijk reglement te wijzigen of op te heffen.

4. Op de vaststelling, wijziging en opheffing van het reglement is het bepaalde in het tweede lid van artikel 16 van toepassing.

SLOTBEPALING

artikel 19

1. Degenen die op het moment van inwerkingtreding van deze statuten lid zijn van het PBO en van de redactie blijven daarvan lid.

2. In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.

……..

(DO/10-06-2022)

  • Loe TV
  • Loeradio
advertentie