Niet gek dus, dat ik bij mijn aankomst in Elburg meer dan eens het advies kreeg om me vooral te verenigen met het lokale leven. Dat heb ik gedaan en dat bracht me veel, waaronder de bijzondere ontmoeting met kapper Martin Leusink. Martin is geen gewone barbier; hij is een meester in zijn vak en een Elburger met een botterstatus bovendien. Zijn zaak in de Jufferenstraat is geen overbeleefde kapperszaak waar de klant in alles koning is, maar eerder een clubhuis waar humor en kameraadschap de boventoon voeren.
Tijdens mijn laatste knipbeurt vertelde Martin me over Giro di Barbiro, een wielerevenement dat hij samen met anderen organiseert, met als doel het creëren van zo’n zelfde clubervaring voor wielrenners. Wielrenners hebben namelijk geen vast clubhuisritueel als een “derde helft”, zoals voetballers dat hebben. Daar brengt Giro di Barbiro dus verandering in. Het is een tweedaags evenement waarbij sport, gezelligheid en verhalen hand in hand gaan. Op de eerste dag is er een theatertachtig evenement en op de tweede dag wordt er gefietst.
Aangenaam druk
Vrijdagavond, bij aankomst in een werkelijk schitterende tent die speciaal voor de gelegenheid was neergezet, werd ik verwelkomd door een aangename drukte. De sfeer in deze tent, vandaag gedoopt tot Wielertheater Onderweg was warm. En door de in de hele tent opgehangen koersfietsen ontstond een extra passend decor voor het programma met daarin onder meer vier titanen uit de Nederlandse wielrennerij.
De avond werd geleid door Guido Lippens, een van die herkenbare stemmen uit de Tourverslaggeving van de NOS. Lippens ging in gesprek met drie ex-topcoureurs. Het zal voor Lippens aan het begin van de avond een beetje gevoeld hebben alsof hij voor het eerst geknipt werd in de zaak van Leusink, want hij als welkom kreeg hij een aantal scherpe en plagerige opmerkingen naar z’n hoofd van de renners in het panel.
Een van die renners was Roxane Knetemann, dochter van de legendarische Gerrie Knetemann. De wars van sterrendom zijnde Knetemann dacht na haar fietscarrière gewoon pedagoog te worden, maar ontdekte als wieleranalist bij de NOS haar ware roeping. Ook in dit theater spatte haar innemende enthousiasme er vanaf. Haar expertise bleek uit het feit dat het commentaar van de twee andere experts op het podium regelmatig volstond met de opmerking dat Knetemann het eigenlijk allemaal al heel duidelijk heeft uitgelegd.
Een ondergewaardeerde daad
Voor mij persoonlijk was het echter vooral Michael Boogerd die de meeste indruk maakte. Als Neerlands sterkste renner won hij rond de eeuwwisseling een koninginnenrit in de Tour, op La Plagne. Maar Boogerd is ook iemand die zijn verantwoordelijkheid nam in een donkerder hoofdstuk van de wielergeschiedenis. Waar hij voorheen zichtbaar getekend leek door zijn dopingbekentenissen, zag ik nu een man met hernieuwde zelfspot en rust. Dat deed mij goed, omdat Boogerd, vooropgaand als een van de weinige “bekenners”, onevenredig veel negativiteit over zich heen kreeg. Terwijl Boogerd hierdoor juist ook de ruimte had getrokken voor anderen om veiliger naar voren te kunnen komen. Wat mij betreft een erg ondergewaardeerde daad.
En dan was daar Gert Jakobs, die we tekort doen door hem de Van der Gijp van het wielrennen te noemen. Zodra Jakobs inademde om het woord te nemen leek het wel alsof de hele zaal al vol aan zijn lippen hing. Zijn mooiste verhaal ging over zijn onverwachte entree in de televisie-industrie. Na een lange rit van Emmen naar Amsterdam grapte Jakobs tegen Reinout Oerlemans dat hij nog met zijn (ook wielrennende) vrouw had gefietst. Alleen niet op de racefiets. Tien minuten later zat Jakobs met een contract terug in de auto naar Emmen.
Het Knetemann Stadion
Een groot hoogtepunt van de avond was de onthulling van een mini-wielerstadion. Alweer een meesterwerk dat opgeleverd is onder leiding van nog een Elburger met een botterstatus: Henk van ’t Ende. De technische precisie en toewijding waarmee Van ’t Ende en zijn team dit project hebben opgebouwd is bewonderenswaardig. In deze constructie strijden vier racefietsende deelnemers tegen elkaar, waarbij de mini-fietjes die zij aandrijven in het stadion rondgaan. Het fietsje van de hardste trapper komt in het wielerstadion ook daadwerkelijk als eerste aan de eindmeet. Het prachtige stadion heeft "De Kneet” als naam gekregen, en is uiteraard onthuld en geopend door door Roxane Knetemann.
Het mooiste deel van de koers
De volgende dag deed de tent dienst als het basiskamp van de Giro di Barbiro-toertochten. Wielrenners vanuit alle windstreken verzamelden zich hier om verschillende routes op verschillende ondergronden te rijden. En om de Strade Bianchi (een profwedstrijd) op een groot scherm te volgen. De sfeer was echt meer dan gemoedelijk, uitgelaten ontspannen zou ik eerder zeggen. Dat kwam niet alleen door het fietsen zelf, maar ook door de faciliteiten. Na hun tocht konden renners genieten van heerlijk eten waaronder, hoe kan het ook anders in een Giro, uitstekende pasta en ter plaatse bereide pizza.
Nadat ik afscheid had genomen van Martin Leusink besloot ik op de terugweg naar de Ellestraat dat Elburg met de Giro di Barbiro nog een parel heeft in haar palet van evenementen. Een evenement dat bovendien volledig is geslaagd in haar missie. Het is zonder meer dat clubhuis voor wielrenners zonder clubhuis geweest. Met als essentie: de gezelligheid, de passie voor wielrennen en volop ruimte voor wielerverhalen met slagroom, zoals Gert Jakobs dat zo mooi zei.
In een enkel opzicht gaat de groeiende Giro di Barbiro ook bergop in de uitdaging voor de organisatoren. Tegen hen zou ik willen zeggen: net als een wielrenner die op tempo bergop gaat is de Giro di Barbiro volop in beweging. De top is nog lang niet bereikt, en hoewel dat soms ook afzien betekent, voor de toeschouwers en deelnemers is dat misschien wel het mooiste deel van de koers.
💬 Tip ons!
Heb jij een tip of opmerking?
Mail naar de redactie: redactie@loemedia.nl of bel 0525- 681899